 |
| |
| Sevilla wordt beschouwd als de belangrijkste culturele stad van Zuid-Spanje. Daarnaast is ze de thuisbasis van de flamenco en het stierengevecht. Je kan er heen vliegen vanuit Brussel of de stad bezoeken tijdens een aanloop van het cruiseschip in Cadiz. Sevilla heeft immers een nauwe band met de zee. Amerigo Vespucci en Fernâo de Magalhâes begonnen hun ontdekkingsreizen vanuit de haven van Sevilla. Christopher Columbus ligt er begraven in de kathedraal. Een ideale locatie om het bezoek te starten is Las Setas de Sevilla (de paddenstoelen van Sevilla). Dit bekroond uitkijkplatform of Metropol Parasol is de grootste houten constructie ter wereld met wandelpad en rooftop view op een hoogte van 26 meter. |
| |
| |
|
| |
 |
| |
| De Catedral de Santa Maria de la Sede, een van de grootste kathedralen in de wereld, torent uit boven de stad. Ze is gebouwd op de ruďnes van een Moorse moskee. De Giralda-toren is nog een restant uit die tijd. De kathedraal is onder meer bekend voor haar schatkamer, het graf van Columbus en de koninklijke kapel. La Giralda, de 104 meter hoge minaret en klokkentoren van de kathedraal is een getuigenis van de Moorse invloeden. De oudste delen van de toren dateren uit de 12de eeuw. Het bouwwerk staat sinds 1928 op de lijst van Spaans nationaal erfgoed en prijkt samen met de gotische kathedraal sinds 1987 op de werelderfgoedlijst van Unesco. Een ander mooi voorbeeld van de Moorse kunst vind je in het Alcazar Real, het koninklijk paleizencomplex van Sevilla. Het wordt trouwens nog steeds gebruikt door de koninklijke familie. De postkaart van de stad is Plaza de Espańa. Dit indrukwekkende plein werd bijna honderd jaar geleden aangelegd. Opvallend zijn de 52 bankjes met Andalusische tegels die alle Spaanse provincies uitbeelden. |
| |
 |
| |
| Op de citytrip of het dagbezoek mag ook een kijkje op het Plaza de Toros de la Real Maestranza niet ontbreken. In de grootste stierenarena van Spanje vinden tussen april en september nog steeds gevechten plaats. Het bijhorende Museo Taurino vertelt de geschiedenis van het stierenvechten in Sevilla. Het seizoen begint met de Feria de Abril, het belangrijkste feest van de stad. Alles draait er rond paarden, koetsen, flamenco en sherry. Tussen Sevilla en Cadiz ligt namelijk Jerez de la Frontera, de hoofdstad van het wijngebied met dezelfde naam. Wijnranken en zonnebloemen domineren het heuvelachtige landschap tussen de Atlantische kust, de Guadalquivir en de Guadiana. |
| |
 |
| |
| De kathedraal en het Alcazar palen aan het Barrio de Santa Cruz, de oude joodse wijk. Hier vind je heel wat smalle straatjes, leuke winkeltjes en terrassen. Dit is de ideale plek om over de middag te genieten van enkele lokale specialiteiten en tapas zoals de pata negra, croquetas de jamón of gefrituurde anchovis Vergezel ze met een Rebujito, een populaire Andalusische cocktail op basis van droge sherry en citroenlimonade of een Agua de Sevilla met mousserende wijn, ananassap, whisky en cointreau, eventueel afgewerkt met slagroom. Sevilla is ook de thuishaven van de flamenco. In het oude centrum vind je het Museo del Baile Flamenco (Flamenco Dans Museum) en diverse flamencoshows. Officieel werd de flamenco in Sevilla uitgevonden. Maar anderen schrijven deze dans eerder toe aan de ‘gitanos’ of Spaanse zigeuners en herkennen in de bewegingen niet alleen de Zuid-Spaanse folklore, maar ook Moorse, Joodse en zelfs Griekse en Romeinse invloeden. |
| |
 |
| |
| Een aantal kleinere cruiseschepen van onder meer Azamara, Hapag-Lloyd Cruises, Oceania, Silversea of Windstar varen op de Guadalquivir door tot in Sevilla. Ook enkele riviercruiserederijen leggen afvaarten in op de Guadalquivir. De grotere zeeschepen dokken in Vigo op zo’n 120 km of anderhalf uur rijden van Sevilla. Heb je meer tijd of overnacht het schip op deze bestemming, dan loont ook een bezoek aan Cadiz de moeite. Deze stad en zeehaven speelden een belangrijke rol bij de handel met de nieuwe wereld. Blikvanger is het oude centrum met zijn terrasjes en kathedraal die qua omvang bij de grootste van Spanje behoort. De bouw nam tussen 1720 en 1853 bijna anderhalve eeuw in beslag. Dit vertaalt zich in een mengeling van renaissance, barok en neoklassiek. Neem ook een kijkje op de beroemde Malecon. De wandeldijk doet denken aan de zeepromenade in de Cubaanse hoofdstad. Vandaar dat Cadiz ook wel de bijnaam ‘het kleine Havana’ meekreeg. |
| |
 |
| |
| |
|
| |
|
| |
|
|
